Wie is Anneke en wat doet ze?

Anneke Bilker werkt al een jaar of vijf bij het gebiedsteam van Noardeast-Fryslân waar zij gestart is als schoolmaatschappelijk werker, vervolgens was ze wmo-regisseur en nu werkt ze als jeugdregisseur.

Wat doet een jeugdregisseur?

Dat betekent dat ze zich vooral richt op het organiseren en coördineren van de hulpverlening aan jeugd. Zij moet ervoor zorgen dat ieder kind de hulp krijgt die het nodig heeft. Het gebiedsteam gaat weliswaar uit van vrijwillige zorg, maar als dat niet kan, mag het gebiedsteam de zorg forceren. Ook houdt het gebiedsteam de bestaande casussen in de gaten: Hoe gaat de zorg, wat gaat goed en wat kan/moet anders.

De problematiek is zeer divers, er kunnen zaken spelen in het gezin, maar de jongere kan zelf ook om hulp vragen. Dat kan bijvoorbeeld zijn als het gaat om verslaving, een diagnose of wegloopdreiging. Het gebiedsteam regelt naast de zorg ook indicaties en beschikkingen, communiceert met hulpverleners en organiseert Multidisciplinaire Overleggen. Het gebiedsteam werkt vanuit een helicopterview.

Verwachtingen van de Verwijsindex Fryslân

Zelf werkt Anneke sinds 2016 met de Verwijsindex Fryslân. Voordat ze gebruik maakte van de Verwijsindex dacht ze dat veel meer partijen gebruik van het systeem maakten. “Ik sta er soms alleen in, terwijl ik weet dat er veel meer partijen betrokken zijn. Bijvoorbeeld scholen, de praktijkondersteuner GGZ, andere gebiedsteams, etc. Ik mis een aantal grote spelers in de jeugdzorg. Dat maakt het samenwerken moeilijker.”

De Verwijsindex past verder wel in het beeld dat Anneke vooraf had: Het systeem is duidelijk en helder, geen omslachtige bureaucratie. “Het is gebruiksvriendelijk, je hoeft er niet veel tijd aan te besteden. Het is alleen mijn naam vermelden en geen rapportagesysteem.” Soms is het prima wanneer signalen bijna aflopen, maar soms verlengt Anneke de signalen, omdat ze nog betrokken is, daar houdt ze zelf regie over.

Verrassingen

Zo nu en dan ontstaat er een interessante of verrassende match. Zo heeft Anneke wel eens matches met partijen uit het zuiden of westen van het land. Daarnaast zijn er de laatste tijd veel matches met een andere zorginstelling uit de regio, dat is goed om te zien.

In sommige gevallen is het uitblijven van een match juist interessant. Zo vertelt Anneke over een casus met “een gezin met meerdere kinderen, waarvan de ouders gescheiden zijn en in verschillende gemeenten wonen. Bij dit gezin was heel erg veel hulpverlening betrokken en de kinderen woonden bij beppe. Nadat ik een signaal afgaf, is er geen (gezins-)match ontstaan, dat was heel erg verassend.”

Visie op gebruik van ViF

“Ik geef een signaal af op een kind in als ik betrokken ben, bij het kind of het gezin. Ik geloof heel erg in de Verwijsindex en heb positieve ervaringen met het systeem, maar ook minder goede.” Volgens Anneke kunnen professionals elkaar heel makkelijk vinden door een signaal af te geven in het systeem. Daarmee krijgt ze betrokkenen in beeld en dat maakt haar rol veel makkelijker. De matches geven achtergrondinformatie in de hulpverlening en schetsen soms een geschiedenis. Contactgegevens komen meteen in beeld dus er is snel contact, de afstemming is makkelijk en snel.

“Voordeel is er vooral in de situatie dat kinderen in onze gemeente wonen en in een andere gemeente naar school gaan of verhuizen. Dan is het goed om te weten wat er gebeurt en vaak is een kort telefoontje genoeg.” Daarnaast vindt Anneke het fijn dat kinderen niet uit beeld raken, nadat ze verhuizen. Als er in de nieuwe woonplek dan ook zorg geboden wordt, ontstaat er een match en kan er contact zijn over het kind. Soms verhuizen kinderen naar onze gemeente en blijkt Veilig Thuis betrokken te zijn, dat is voor Anneke het signaal dat ze extra aandacht voor dit gezin moet hebben. Doordat bekend is wie er betrokken zijn, kan de hulpverlening aangepast worden.

 

De visie van Anneke op de Verwijsindex is dat die vooral laagdrempelig is: je geeft een signaal af zodra je betrokken bent. “Dat zou iedereen moeten doen. Soms behandelen wij een oudste zoon en krijgen we een gezinsmatch op een van de jongere broertjes. Dan moeten we de hulpverlening aanpassen. Ook vind ik het belangrijk dat anderen weten dat ik betrokken ben bij de jeugdige of het gezin.”

Voor- en nadelen

Toch plaatst ze ook een aantal kanttekeningen. Er zijn te weinig (grote) partijen die signalen afgeven, onder andere scholen. Daarnaast is de drempel om een signaal af te geven voor sommige partijen veel te hoog. Ook mist Anneke de signalen van de POG GGZ’ers soms. “Die zijn heel belangrijk en nuttig voor ons! Preventief signaleren. We hoeven niet heel veel informatie uit te wisselen, maar soms is even kort bellen al genoeg.” Ook is het een mogelijkheid om dit systeem Europees uit te breiden. Anneke heeft wel eens casussen gehad waarbij een kind ontvoerd werd en een Europese Verwijsindex had dit eerder inzichtelijk kunnen maken.

Grootste voordeel van de Verwijsindex is volgens Anneke het inzicht in de makkelijkere en snellere samenwerking. Het systeem geeft inzicht in betrokken professionals en dat maakt afstemmen makkelijker en geeft achterliggende problematieken aan. Kinderen raken niet buiten beeld nadat ze verhuisd zijn.